
De onderzoekers analyseerden gegevens van alle patiënten met vijftien typen kanker gediagnostiseerd tussen 1996 en 2011 in twee studies die Amerikaanse kankerregistraties hebben gelinked aan HIV- en transplantatieregistraties. In de eerste studie werd gezien dat 8411 van 4,5 miljoen kankerdiagnoses werden gesteld in HIV-geïnfecteerde personen, en in de tweede studie waren er 7332 van 6,4 miljoen kankerdiagnoses in transplantatie-ontvangers. Vergeleken met immunocompetente kankerpatiënten werd in de HIV-geïnfecteerde patiënten vaker distant-stadium longcarcinoom (OR 1,13), mammacarcinoom in vrouwen (OR 1,99) en prostaatcarcinoom (OR 1,57) gezien. De transplatatie-ontvangers hadden juist minder vaak distant-stadium longcarcinoom (OR 0,54), mammacarcinoom in vrouwen (OR 0,75) en prostaatcarcinoom (OR 0,72) dan immunocompetente kankerpatiënten. Beide immuungecompromitteerde populaties hadden vaker gevorderd stadium melanoom (OR 1,97 voor HIV-geïnfecteerde patiënten en 1,82 voor transplantatie-ontvangers) en gevorderd stadium blaascarcinoom (ORs 1,42 en 1,54).
De onderzoekers concluderen dat melanoom en blaascarcinoom vaker in een niet-lokaal stadium worden gediagnostiseerd in HIV-geïnfecteerde personen en transplantatie-recipiënten, hetgeen wijst op een rol van immuunsuppressie in de progressie van deze beide maligniteiten. Sommige veel voorkomende kankertypen worden vaker in een laat stadium gediagnostiseerd in HIV-geïnfecteerde personen en vaker in een vroeg stadium in transplantatie-ontvangers, hetgeen consistent is met verschillen tussen beide groepen in gebruik van medische zorg of surveillance.
1.Shiels MS, Copeland G, Goodman MT et al. Cancer stage at diagnosis in patients infected with the human immunodeficiency virus and transplant recipients. Cancer 2015; epub ahead of print