
De onderzoekers identificeerden voor aanvang van de zorg drie subtypen depressie, die van elkaar verschilden en ernst en typen van symptomen. Klasse 1 (47% van de patiënten) was milde depressie die vooral gekenmerkt werd door concentratie- en slaapproblemen en vermoeidheid. Patiënten in klassse 2 (41%) hadden licht hogere niveaus van depressie, die naast de problemen van klasse 1 ook gekenmerkt werd door depressieve stemming. Klasse 3 (12%) was ernstige depressie die vooral gekenmerkt werd door depressieve stemming, en in mindere mate, maar nog wel verhoogd, door vermoeidheid en concentratieproblemen. Er waren geen sociodemografische of medische kenmerken die de drie subtypen significant van elkaar onderscheidden. Bij follow-up drie en negen maanden na aanvang van de psychologische zorg rapporteerden patiënten in klasse 1 matige verbeteringen van de klachten, patiënten in klasse 2 grote verbeteringen, en patiënten in klasse 3 de grootste verbeteringen.
De onderzoekers concluderen dat psychologische interventies zouden kunnen worden aangepast aan het specifieke subtype depressie van individuele patiënten.
1.Zhu K, Ranchor AV, van der Lee M et al. Subtypes of depression in cancer patients: an empirically driven approach. Supp Care Cancer 2015; epub ahead of print