Dr. Jo Chien
(University of California in San Francisco) en collega’s hebben een
retrospectieve studie uitgevoerd van lange-termijn effecten van
tamoxifentherapie op de ovariumfunctie van patiënten met DCIS of vroeg-stadium
invasief mammacarcinoom. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Breast Cancer Research and Treatment.1
De onderzoekers identificeerden in het USCF Cancer Registry en de SPORE
database 250 patiënten die bij de diagnose premenopauzaal waren en geen
chemotherapie hadden gekregen. De onderzoekers inventariseerden de leeftijd bij
menopauze en verandering in menstruele patronen.
Van de
deelneemsters waren er 125 wel en 125 niet met tamoxifen behandeld. De mediane
leeftijd bij menopauze was 51,0 jaar in beide groepen, en was niet geassocieerd
met duur van tamoxifengebruik of leeftijd bij start van de tamoxifentherapie.
Veranderingen in menstruele patronen, inclusief amenorroe, waren meer frequent
in de tamoxifengroep (elke verandering 48% tamoxifengroep versus 15% controle,
p<0,001; amenorroe 22% tamoxifengroep versus 3% controle, p<0,001).
Oudere leeftijd was geassocieerd met een verhoogd risico van amenorroe binnen
zes maanden na starten van tamoxifen.
De
onderzoekers concluderen dat veranderingen in menstruele patronen veel
voorkomen in premenopauzale vrouwen die tamoxifen gebruiken. Gebruik van
tamoxifen in afwezigheid van chemotherapie is niet geassocieerd met vroegere
leeftijd bij menopauze.
1.Chien AJ, Duralde E, Hwang R et al. Association
of tamoxifen use and ovarian function in patients with invasive or pre-invasive
breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)