
De onderzoekers vonden in de database gegevens over 6008 patiënten, van wie er 4715 (78%) thoracotomie ondergingen. De mediane leeftijd van het gehele cohort was 74 jaar; de mediane follow-up bedroeg 40 maanden. Postoperatieve complicaties traden op bij 48,7% van de patiënten in de thoracoscopie-groep versus 54,4% van de patiënten in de thoracotomie-groep. De patiënten in de thoracoscopie-groep hadden minder postoperatieve aritmie, pneumonie, atelectasie, behoefte aan mechanische beademing en sepsis. Ze hadden ook een korter verblijf in het ziekenhuis (5 versus 7 dagen; p<0,001) en lagere in-hospital mortaliteit (2,1% versus 3,6%; p=0,03).
In een gematchte analyse van 1195 patiënten in elk van beide behandelingscategorieën werden geen verschillen gezien in drie-jaars overall survival (thoracoscopie 70,6% versus thoracotomie 68,1%; p=0,55), drie-jaars kankerspecifieke overleving (92% versus 89,5%; p=0,05), en drie-jaars ziektevrije overleving (86,2% versus 85,4%; p=0,46).
1.Paul S, Isaacs AJ, Treasure T et al. Long term survival with thorascopic versus open lobectomy: propensity matched comparative analysis using SEER-Medicare database. BMJ 2014, epub ahead of print