Longkankerpatiënten
die minimaal-invasieve thoracoscopische lobectomie ondergaan hebben dezelfde
lange-termijn overall, kankerspecifieke en ziektevrije overleving als patiënten
die thoracotomie lobectomie ondergaan. Dit blijkt uit een analyse van gegevens uit de SEER-Medicare database, die online is gepubliceerd
in BMJ.1 Dr. Subroto Paul
(Weill Cornell Medical College, New York) en collega’s analyseerden de data van
alle patiënten ouder dan 65 jaar die tussen begin 2007 en eind 2009 lobectomie
ondergingen.
De
onderzoekers vonden in de database gegevens over 6008 patiënten, van wie er
4715 (78%) thoracotomie ondergingen. De mediane leeftijd van het gehele cohort
was 74 jaar; de mediane follow-up bedroeg 40 maanden. Postoperatieve
complicaties traden op bij 48,7% van de patiënten in de thoracoscopie-groep
versus 54,4% van de patiënten in de thoracotomie-groep. De patiënten in de
thoracoscopie-groep hadden minder postoperatieve aritmie, pneumonie,
atelectasie, behoefte aan mechanische beademing en sepsis. Ze hadden ook een
korter verblijf in het ziekenhuis (5 versus 7 dagen; p<0,001) en lagere
in-hospital mortaliteit (2,1% versus 3,6%; p=0,03).
In een
gematchte analyse van 1195 patiënten in elk van beide behandelingscategorieën
werden geen verschillen gezien in drie-jaars overall survival (thoracoscopie 70,6%
versus thoracotomie 68,1%; p=0,55), drie-jaars kankerspecifieke overleving (92%
versus 89,5%; p=0,05), en drie-jaars ziektevrije overleving (86,2% versus
85,4%; p=0,46).
1.Paul S, Isaacs AJ, Treasure T et al. Long term
survival with thorascopic versus open lobectomy: propensity matched comparative
analysis using SEER-Medicare database. BMJ 2014, epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)