
Ten tijde van de analyse waren nog 76 deelnemers in leven. De PFS was langer in de TRT-arm (HR 0,73; p=0,001). De curven voor de OS overlapten gedurende de eerste negen maanden na de bestraling, en divergeerden vervolgens ten gunste van de TRT-arm. Het overlevingsverschil tussen beide armen was na één jaar niet statistisch significant (33% versus 28%), maar na twee jaar wel (13% versus 3%; p=0,004). Slotman concludeert dat alle ES-SCLC patiënten na respons op chemotherapie TRT aangeboden dienen te krijgen.
1. Slotman BJ, Faivre-Finn C, van Tinteren H et al. Randomized trial on thoracic radiotherapy (TRT) in extensive-stage small cell lung cancer. J Clin Oncol 2014;32:5 (suppl) abstr 7502