In Nederland neemt de incidentie toe van borstsparende chirurgie, zowel voor patiënten met vroege invasieve ductale (IDC) als voor patiënten met vroege invasieve lobulaire borstkanker (ILC). De toename van de incidentie is sterker voor IDC-patiënten dan voor ILC-patiënten. Zo luidt de conclusie uit een studie die online gepubliceerd is in Annals of Surgical Oncology.¹ Dr. Wilfred Truin (Máxima Medisch Centrum, Veldhoven) en collega’s vonden in de database van de Nederlandse Kankerregistratie gegevens van 152.574 vrouwen die tussen 1990 en 2010 werden geopereerd voor primaire niet-metastatische pT1 of pT2 IDC (89%) of primaire niet-metastatische pT1 of pT2 ILC (11%).

In de IDC-groep kreeg 54% borstsparende chirurgie, in de ILC-groep 43% (p<0,0001). Ook in multivariate analyse bleek dat patiënten met ILC minder kans hadden op borstsparende chirurgie dan IDC-patiënten (OR 0,69; 95%-bti 0,66-0,71). Het percentage IDC-patiënten dat borstsparende chirurgie kreeg nam toe van 46% in 1990 tot 62% in 2010. Onder ILC-patiënten nam het percentage met borstsparende chirurgie toe van 39% in 1990 tot 48% in 2010.

1.Truin W, Roumen RM, Siesling S et al. Patients with invasive lobular breast cancer are less likely to undergo breast-conserving surgery: a population based study in The Netherlands. Ann Surg Oncol 2014; epub ahead of print