Nitroglycerine
verlaagt de expressie van hypoxia-inducible
factor-1α, en is mogelijk in staat om de tumormicro-omgeving te
normaliseren. Toevoeging van nitroglycerine aan inductie-chemotherapie en concurrente
chemoradiotherapie voor patiënten met lokaal gevorderde NSCLC heeft een
acceptabel toxiciteitsprofiel. Zo luidt de conclusie uit een fase 2-studie die online gepubliceerd is in Radiotherapy
& Oncology.1 Oscar Arrieta en collega’s van het Instituto
Nacional de Cancerologia (Mexico City) gaven patiënten transdermale patches
nitroglycerine vanaf een dag voor tot vier dagen na chemotherapie-inductie en
consolidatie, en op de dag van de chemoradiotherapie. De patiënten hadden een
ECOG-status 0-2, en hadden niet eerderchemotherapie of radiotherapie voor NSCLC
gekregen.
Van de 35
patiënten in de studie had 63% een overall response na inductie van de chemotherapie;
75% had een overall response na chemoradiotherapie. De mediane progressievrije
overleving bedroeg 13,5 maanden (95%-bti 8,8-18,2); de mediane totale
overleving bedroeg 26,9 maanden (95%-bti 15,3-38,5). Afname van de VEGF-spiegel
was geassocieerd met betere totale overleving. Met nitroglycerine samenhangende
bijwerkingen waren hoofdpijn (bij 20% van de patiënten) en hypotensie (2,9%). De
onderzoekers concluderen dat een gerandomiseerde studie naar het gebruik van
nitroglycerine in deze patiëntenpopulatie uitgevoerd dient te worden.
1. Arrieta O, Blake M, Dolores de la Mata-Moya et
al. Phase II study. Concurrent chemotherapy and radiotherapy with nitroglycerin
in locally advanced non-small cell lung cancer. Radiother Oncol 2014;epub ahead
of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)