Het primaire eindpunt van de studie was Ki67-labeling in DCIS-lesies. Deze nam af met 3,4% in de 4-OHT groep en 5,1% in de oraal-T groep. Voor beide groepen was de afname statistisch significant (p<0,03); het verschil tussen beide groepen was niet significant (p=0,99). De 4-OHT-concentratie in het vetweefsel in de borst verschilde niet tussen beide groepen (p=0,88). Er was wel een significant verschil tussen beide groepen in de mediane plasmaspiegel van 4-OHT: 0,2 ng/ml in de 4-OHT groep en 1,1 ng/ml in de oraal-T groep (p=0,0003). In de oraal-T groep werden significante toenames gezien van SHBG, factor VIII, en von Willebrand factor, en een signficante afname in plasma IGF1; deze veranderingen werden niet gezien in de 4-OHT groep. De incidentie van opvliegers was niet verschillend tussen beide groepen.
De onderzoekers concluderen dat het antiproliferatieve effect van de gel even sterk is als dat van het orale middel, maar dat de effecten op endocriene en coagulatieparameters minder sterk zijn. Deze resultaten steunen de verdere evaluatie van lokale transdermale therapie voor DCIS en borstkankerpreventie.
1. Lee O, Page K, Ivancic D et al. A randoized phase II presurgical trial of transdermal 4-hydroxytamoxifen gel versus oral tamoxifen in women with ductal carcinoma in situ of the breast. Clin Cancer Res 2014;20:3672-3682