Joost
Nederend (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en collega’s publiceerden online in
het British Journal of Surgery de
uitkomsten van een onderzoek naar trends in de chirurgische behandeling van
screen-detected versus interval borstkanker in Nederland.1 Ze includeerden ongeveer
417.000 mammografieën van vrouwen die tussen 1997 en 2011 waren gescreend in
Bevolkings Onderzoek Borstkanker Zuid. Bij de screening werden 2224 gevallen
van borstkanker vastgesteld; er waren 825 gevallen van intervalkanker. Toepassing
van borstsparende chirurgie bleef stabiel over de onderzoeksperiode (6,1 per
1000 gescreende vrouwen), terwijl toepassing van mastectomie significant
toenam, van 0,9 per 1000 in 1997-1998 tot 1,9 per 1000 in 2009-2010. Het
percentage positieve resectiemarges nam af van 19,6% in 1997-1998 tot 7,6% in
2009-2010.
Onafhankelijke
risicofactoren voor mastectomie waren hoge borstdichtheid, preoperatieve MRI,
microcalcificaties, architecturale distorsie, tumorgrootte meer dan 20 mm,
okselkliermetastasen, en centrum van behandeling. Onafhankelijke risicofactoren
voor positieve resectiemarges waren intervalkanker, beeld-geleide
tumorlocalisering, microcalcificaties, parenchymasymmetrie, tumorgrootte meer
dan 20 mm, lobulaire tumorhistologie, lage tumorgraad, en centrum van de
behandeling. Volgens de onderzoekers onderstreept deze laatste waarneming het belang
van programma’s voor kwaliteitscontrole van ziekenhuizen waar vrouwen met
borstkanker behandeld worden.
1. Nederend J, Duijm LEM, Louwman MWJ et al. Trends
in surgery for screen-detected and interval breast cancers in a national
screening programme. Br J Surg 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)