Dr. Kristy
Kummerow (Vanderbilt University, Nashville TN) en collega’s publiceren in JAMA Surgery een onderzoek van de trend in toepassing van mastectomie voor vroeg-stadium
mammacarcinoom in patiënten die in aanmerking komen voor borstsparende
chirurgie (BCS) in de Verenigde Staten.1 De studie is gebaseerd op
gegevens van meer dan 1,2 miljoen vrouwen die tussen 1998 en 2012 behandeld werden
in centra die geaccrediteerd zijn door de American
Cancer Society en het American
College of Surgeons.
Van de
vrouwen in het cohort onderging 35,5% mastectomie. Onder vrouwen die in
aanmerking kwamen voor BCS nam toepassing van mastectomie tussen 2003 en 2011
toe met 34% (OR 1,34; 95%-bti 1,31-1,38). De toename van mastectomie was het
grootst in vrouwen met klinisch kliernegatieve ziekte (OR 1,38; 95%-bti
1,34-1,41) en vrouwen met in-situ
ziekte (OR 2,05; 95%-bti 1,95-2,15). In vrouwen die mastectomie ondergingen nam
toepassing van borstreconstructie toe van 11,6% in 1998 tot 36,4% in 2011 (p
trend <0,001). Bilaterale mastectomie voor unilaterale ziekte nam toe van
1,9% in 1998 tot 11,2% in 2011 (p trend <0,001).
1.Kummerow KL, Du L, Penson DF et al. Nationwide
trends in mastectomy for early-stage breast cancer. JAMA Surg 2015;150:9-16
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)