In
laboratoriumstudies zijn aanwijzingen gezien voor de hypothese dat een
verschuiving van antitumor-immuniteit naar tumor-immuuntolerantie een
belangrijke rol speelt in de carcinogenese. Dr. Sven Olek (Epiontis GmbH,
Berlijn) en collega’s hebben deze hypothese getoetst in een epidemiologische
studie. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute.1 De studie is
uitgevoerd in het Heidelbergse cohort van EPIC (European
Prospective Investigation into Cancer and Nutrition).
De
deelnemers stonden bij inclusie in EPIC bloedmonsters af. De onderzoekers
bepaalden Foxp3+ regulatorische T-lymfocyten en CD3+ T-lymfocyten in de
prediagnostische monsters van deelnemers die tijdens 6,6 jaar follow-up
mammacarcinoom (n=399), colorectaalcarcinoom (n=185), longcarcinoom (n=149) en
prostaatcarcinoom (n=378) ontwikkelden, en in monsters van controledeelnemers
(n=807). De ratio van Foxp3+/CD3+ omschrijven de onderzoekers als ‘cellular ratio of immune tolerance’
(ImmunoCRIT).
Uit de
analyses blijkt dat de ImmunoCRIT-waarden positief geassocieerd waren met het
risico van longcarcinoom (hoogste versus laagste tertiel HR 1,98; p=0,0263) en
colorectaalcarcinoom (HR 1,59; p=0,0069) maar niet met het risico van
prostaatcarcinoom. ImmunoCRIT was wel geassocieerd met het risico van
ER-negatief mammacarcinoom (HR 3,34; p<0,001) maar niet met het risico van
ER-positief mammacarcinoom.
De
onderzoekers concluderen dat de studieresultaten impliceren dat toegenomen
perifere immuuntolerantie een onafhankelijke risicofactor kan zijn voor long-,
colorectaal-, en ER-negatief mammacarcinoom. De rol van immuuntolerantie in de
ontwikkeling van prostaat- en ER-positief mammacarcinoom is niet duidelijk.
1.Barth SD, Schulze JJ,
Kühn T et al. Treg-mediated immune tolerance and the
risk of solid cancers: findings from EPIC-Heidelberg. J Natl Cancer Inst 2015;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)