Patiënten
met cT1-2 borstkanker hebben een relatief laag risico van meer dan twee
positieve okselklieren. Met ultrasonografie van de oksel kunnen we patiënten
met een minimaal risico van additionele axillaire ziekte al de voor chirugie nader
identificeren. Zo luidt de conclusie uit een studie van Yvette Moorman en
collega’s van de Ziekenhuisgroep Twente.1 De studie is
online gepubliceerd in de Annals of Surgical Oncology.
Doel van de
studie was het preoperatief identificeren van patiënten met twee of minder axillaire
macrometastasen. Deelnemers waren patiënten met primaire borstkanker, die
tussen januari 2007 en augustus 2011 in Almelo waren opgenomen. Er waren 1060 met
tumoren kleiner dan 50 mm, geen palpeerbare adenopathie, en ten hoogste twee
SLNs met macrometastasen. Bij 9,6% van deze patiënten werden bij ALND meer dan
twee positieve okselklieren gezien. Van de patiënten met onverdachte US werden
bij 4,2% meer dan twee positieve okselklieren gezien. Dit verschil is
significant bij uni- en multivariate analyse. Na exclusie van de patiënten met
extracapsuculaire extensie van de SLN wordt het risico van meer dan twee
positieve klieren nog kleiner (2,6%, en voor pT1-2 2,2%).
De
uitkomsten van de studie geven aanleiding tot discussie over ALND bij deze
selecte groep borstkankerpatiënten, aldus de auteurs.
Een
editorial dat nu online is gepubliceerd in Breast Cancer Research and Treatment breekt ook een lans voor meer gebruik van
ultrasonografie bij borstkankerchirurgie.2
Referentie 1. Moorman AM, Bourez RL, Heijmans HJ, Kouwenhoven
EA. Axillary ultrasonography in breast cancer patients helps in identifying
patients preoperatively with limited disease of the axilla. Ann Surg Oncol
2014;epub ahead of print 2. Ahmed A, Abdullah N, Cawthorn S et al. Why
should breast surgeons use ultrasound? Breast Cancer Res Treat 2014;epub ahead
of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)