De 494 patiënten van 118 centra in 12 landen werden 1:1 gerandomiseerd naar tweedelijns single-agent chemotherapie met of zonder bevacizumab, tot progressie of niet-acceptabele toxiciteit optrad. Na progressie kregen de deelneemsters uit de chemotherapie-arm derdelijns single-agent chemotherapie, en de deelneemsters uit de combinatie-arm derdelijns chemotherapie plus bevacizumab. De uitkomsten uit deze fase zullen later gerapporteerd worden.
Het primaire eindpunt van de studie was progressievrije overleving vanaf randomisatie tot tweedelijns progressie. De mediane follow-up was 16,1 maanden in de combinatie-arm en 15,9 maanden in de chemotherapie-arm. De PFS was mediaan 6,3 maanden in de combinatie-arm en 4,2 maanden in de chemotherapie-arm (HR 0,75; p=0,0068). De meeste gerapporteerde graad 3 of hoger bijwerkingen waren hypertensie (13% in de combinatie-arm; 7% in de uitsluitend-chemotherapie-arm), neutropenie (12 versus 8%) en hand-voet syndroom (11 versus 11%). Ernstige bijwerkingen werden gezien bij 25% versus 18%.
De onderzoekers concluderen dat voortgeztte VEGF-remming met bevacizumab een valide behandelingsoptie is voor patiënten die progressie vertonen na aanvankelijke respons op bevacizumab plus eerstelijns chemotherapie.
1.Von Minckwitz G, Puglisi F, Cortes K et a. Bevacizumab plus chemotherapy versus chemotherapy alone as second-lin treatment for patients with HER2-negative locally recurrent or metastatic breast cancer after first-line treatment with bevacizumab plus chemotherapy (TANIA): an open-label, randomised phase 3 trial. Lancet Oncol 2014; epub ahead of print