Dr. Elisabetta Munzone (Istituto Europeo di Oncologia, Milaan) en collega’s hebben de uitkomsten bestudeerd van adjuvante endocriene therapie voor bijzondere histotypen mammacarcinoom (mucineus, tubulair, of cribiform). De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Annals of Oncology.¹ De studie is uitgevoerd in het monotherapie-cohort van de BIG 1-98 studie, waarin 4922 postmenopauzale vrouwen gedurende vijf jaar tamoxifen of letrozol kregen. Van 4091 deelneemsters was het histotype bekend: mucineus (n=100), tubulair/cribiform (n=83), ductaal (n=3257), en overige histotypen (n=651). Van de 183 vrouwen met mucineus of tubulair/cribiform histotype waren 96 gerandomiseerd naar letrolol en 87 naar tamoxifen.

De vrouwen met tubulair/cribiform mammacarcinoom hadden vergeleken met de drie andere histotypen de beste uitkomsten voor ziektevrije overleving, overall survival, mammacarcinoomvrij interval, en distant recurrence vrij interval. Na vijf jaar was 97,5% van de vrouwen met tubulair/cribiform mammacarcinoom vrij van mammacarcinoom, vergeleken met 93,5% van de vrouwen met mucineus, 88,9% van de vrouwen met ductaal, en 89,9% van de vrouwen met andere histotypen. De vijf-jaars DRFI was beter voor patiënten met tubulair/cribiform histotype (98,8%) en mucineus histotype (97,8%) dan voor patiënten met ductaal (90,9%) of andere histotypen (92,1%). Binnen de subgroep van vrouwen met bijzondere histotypen was er een niet-signficante toename van recidief bij behandeling met letrozol versus tamoxifen (HR 3,31; p=0,06).

De onderzoekers concluderen dat vrouwen met mucineus of tubulair/cribiform mammacarcinoom met endocriene therapie betere uitkomsten hebben dan vrouwen met andere histotypen, hoewel deze conclusie gebaseerd is op een beperkt aantal gebeurtenissen.

1.Munzone E, Giobbie-Hurder A, Gusterson BA et al. Outcomes of special histotypes of breast cancer after adjuvant endocrine therapy with letrozole or tamoxifen in the monotherapy cohort of the BIG 1-98 trial. Ann Oncol 2015; epub ahead of print