
In de retrospectieve cohortstudie zijn 2524 Nederlandse patiënten geïncludeerd met HL gediagnostiseerd voor de leeftijd van 51 jaar (mediaan 27,3 jaar) die tussen 1965 en 1996 behandeld waren en tenminste vijf jaar na de diagnose hadden overleefd. Na een mediane follow-up van twintig jaar waren er 1713 cardiovasculaire gebeurtenissen opgetreden in 797 patiënten. Na 35 jaar of langer hadden de patiënten nog steeds een vier- tot zesvoudig verhoogd risico van coronaire hartziekte of hartfalen, overeenkomend met 857 extra gebeurtenissen per tienduizend patiëntjaren. De hoogste relatief risico’s werden gezien in patiënten die voor de leeftijd van 25 jaar waren behandeld, maar ook voor patiënten die op latere leeftijd waren behandeld waren de risico’s substantieel verhoogd.
De veertig-jaars cumulatieve incidentie van cardiovasculaire ziekten in het cohort bedroeg 50% (95%-bti 47%-52%). Meer dan één gebeurtenissen werden gezien bij 51% van de patiënten met een cardiovasculaire ziekte. In patiënten die waren behandeld voor de leeftijd van 25 jaar was de cumulatieve incidentie op de leeftijd van zestig jaar of ouder 20% voor CHD, 31% voor VHD,en 11% voor HF als eerste gebeurtenis.
Mediastinale radiotherapie vergeleken met geen mediastinale radiotherapie verhoogde het risico van CHD (HR 2,7), VHD (HR 6,6) en HF (HR 2,7) als eerste gebeurtenis, en anthracycline-bevattende chemotherapie vergeleken met geen anthracycline-bevattende chemotherapie verhoogde het risico van VHD (HR 1,5) en HF (HR 1,5) als eerste gebeurtenis. De effecten van mediastinale radiotherapie, anthracyclines en roken waren additief.
De onderzoekers concluderen dat behandelde overlevers van HL een levenslang verhoogd cardiovasculair risico hebben.
1.Van Nimwegen FA, Schaapveld M, Janus CPM et al. Cardiovascular disease after Hodgkin lymphoma treatment. 40-year disease risk. JAMA Intern Med 2015; epub ahead of print