
De onderzoekers onderscheidden vijf verschillende voedingspatronen: veganistisch (7,6%), lacto-ovovegetarisch (28,9%), pescovegetarisch (10,0%), semivegetarisch (5,5%) en niet-vegetarisch (48%). Gedurende een follow-up van mediaan 7,3 jaar werden in het cohort 380 gevallen van coloncarcinoom en 110 gevallen van rectumcarcinoom gedocumenteerd. De HRs in alle vegetariërs versus niet-vegetariërs waren 0,78 (95%-bti 0,64-0,95) voor alle colorectaalcarcinomen; 0,81 (95%-bti 0,65-1,00) voor coloncarcinoom; en 0,71 (95%-bti 0,47-1,06) voor rectumcarcinoom. De HR voor colorectaalcarcinoom vergeleken met niet-vegetariërs was 0,84 (95%-bti 0,59-1,19) in veganisten; 0,82 (95%-bti 0,65-1,02) in lacto-ovovegetariërs; 0,57 (95%-bti 0,40-0,82) in pescovegatariërs; en 0,92 (95%-bti 0,62-1,37) in semivegetariërs. De effectschattingen kwamen overeen voor mannen en vrouwen, en voor zwarte en niet-zwarte deelnemers.
De onderzoekers concluderen dat vegetarische voedingspatronen geassocieerd zijn met een lager risico van colorectaalcarcinoom dan een niet-vegetarisch voedingspatroon. Vooral mensen die vis in plaats van vlees eten hebben een laag risico van colorectaalcarcinoom. Als deze associaties causaal zijn kunnen ze van belang zijn voor de primaire preventie van colorectaalcarcinoom.
1.Orlich MJ, Singh PN, Sabaté J et al. Vegetarian dietary patterns and the risk of colorectal cancers. JAMA Intern Med 2015; epub ahead of print