Dr. Maartje
van der Schaaf (voorheen Erasmus Universiteit, nu Karolinska Instituut in
Stockholm) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de relatie tussen het aantal lymfeklieren dat tijdens
chirurgie voor slokdarmcarcinoom wordt verwijderd en de overleving. De
uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute.1
De onderzoekers hebben de uitkomsten geanalyseerd van 1044 patiënten die tussen
1987 en 2010 in Zweden oesofagectomie ondergingen, met follow-up tot 2012.
Er was geen
verband tussen het aantal verwijderde lymfeklieren en de vijf-jaars overleving.
De overleving van patiënten in het derde kwartiel (7-15 verwijderde klieren; HR
1,13; 95%-bti 0,95-1,35) en het vierde kwartiel (16-114 verwijderde klieren; HR
1,17; 95%-bti 0,94-1,46) was niet verschillend van die uit het eerste en tweede
kwartiel. In vroege T-stadia (tot T1) was er een slechtere overleving bij meer
lymfadenectomie (meer versus minder dan de mediaan HR 1,53; 95%-bti 1,13-2,06).
Binnen specifieke T-stadia was toename van het aantal verwijderde lymfeklieren
niet geassocieerd met afname van de mortaliteit. Een hoger aantal metastatische
klieren en een hogere positieve/negatieve-klierratio waren geassocieerd met
toegenomen mortaliteit. Al deze associaties golden ook voor ziekte-specifieke
mortaliteit.
De
onderzoekers concluderen dat de studie uitwijst dat meer extensieve
lymfadenectomie tijdens chirurgie voor oesofaguscarcinoom niet leidt tot betere
overleving.
1.Van der Schaaf M, Johar A, Wijnhoven B et al.
Extent of lymph node removal during esophageal cancer surgery and survival. J
Natl Cancer Inst 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)