Patiënten uit cohort 2 werden gematcht met patiënten uit cohort 1 voor stadium, graad, ER- en HER2-status. Na matching was de samenstelling van de cohorten 70,8% ER-positief HER2-negatief; 6,9% ER-positief HER2-positief; 6,6% ER-negatief HER2-positief; en 15,8% ER-negatief HER2-negatief.
Het primaire eindpunt van de studie was recidief. In cohort 2 was het jaarlijkse recidiefpercentage (tot het eind van de follow-up in 2013) ongeveer de helft van dat in cohort 1. De verlaging van het recidiefpercentage in cohort 2 versus cohort 1 werd gezien voor alle subtypen. Het recidiefpercentage was in cohort 2 lager dan in cohort 1 voor alle ziektestadia en –graden. Ook de mortaliteit was lager in cohort 2 dan in cohort 1. De onderzoekers concluderen dat er tussen 1986-1992 en 2004-2008 significante verbetering is opgetreden in de behandeling van mammacarcinoom.
1.Cossetti RJD, Tyldesley SK, Speers CH et al. Comparison of breast cancer recurrence and outcome patterns between patients treated voor 1986 to 1992 and from 2004 to 2008. J Clin Oncol 2014; epub ahead of print