Canadese
onderzoekers publiceren online in het Journal
of Clinical Oncology een vergelijking van het recidief- en uitkomstenpatroon van patiënten met mammacarcinoom
die zijn behandeld in de periode van 1986 tot 1992 (cohort 1) met patiënten die
zijn behandeld in 2004 tot 2008 (cohort 2).1 Dr. Karen Gelmon
(Vancouver Cancer Centre) en collega’s verzamelden prospectief gegevens van
vrouwen met stadium I tot en met III mammacarcinoom met bekende ER- en HER2-status.
Beide cohorten bestonden uit 3589 deelneemsters.
Patiënten
uit cohort 2 werden gematcht met patiënten uit cohort 1 voor stadium, graad, ER-
en HER2-status. Na matching was de samenstelling van de cohorten 70,8% ER-positief
HER2-negatief; 6,9% ER-positief HER2-positief; 6,6% ER-negatief HER2-positief;
en 15,8% ER-negatief HER2-negatief.
Het primaire
eindpunt van de studie was recidief. In cohort 2 was het jaarlijkse
recidiefpercentage (tot het eind van de follow-up in 2013) ongeveer de helft
van dat in cohort 1. De verlaging van het recidiefpercentage in cohort 2 versus
cohort 1 werd gezien voor alle subtypen. Het recidiefpercentage was in cohort 2
lager dan in cohort 1 voor alle ziektestadia en –graden. Ook de mortaliteit was
lager in cohort 2 dan in cohort 1. De onderzoekers concluderen dat er tussen
1986-1992 en 2004-2008 significante verbetering is opgetreden in de behandeling
van mammacarcinoom.
1.Cossetti RJD, Tyldesley SK, Speers CH et al.
Comparison of breast cancer recurrence and outcome patterns between patients
treated voor 1986 to 1992 and from 2004 to 2008. J Clin Oncol 2014; epub ahead
of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)