Er is
aanhoudend debat over het te prefereren type post-remissietherapie (PRT) voor
AML-patiënten in eerste complete remissie, met name voor patiënten met een
verhoogd risico van non-relapse mortality
onder wie patiënten ouder dan veertig jaar. Dit schrijven prof. Jan Cornelissen
(Erasmus MC) en collega’s van de HOVON en SAKK Leukemia Groups vandaag online
in Leukemia.1 In de publicatie beschrijven ze de uitkomsten van 760 veertig tot zestig jaar oude AML-patiënten in eerste complete remissie, die werden behandeld met alloHSCT
(n=337), chemotherapie (n=271) of autoHSCT (n=152).
De
vijf-jaars overleving na alloHSCT (57±3%) was beter dan na chemotherapie (40±3%;
p<0,001). De vijf-jaars overleving was vergelijkbaar na alloHSCT en autoHSCT
in patiënten met intermediate risk AML (60±4% versus 54±5%), maar bij deze
patiënten was alloHSCT geassocieerd met minder recidief (HR 0,51; p<0,001)
en betere recidiefvrije overleving (HR 0,74; p=0,029) dan autoHSCT. AlloHSCT na
myeloablatieve conditionering (n=157) versus gereduceerde intensiteit
conditionering (n=180) leidde tot minder non-relapse mortality maar vergelijkbare
algemene en recidiefvrije overleving en recidief.
De
onderzoekers concluderen dat alloHSCT de voorkeur heeft boven chemotherapie als
PRT voor veertig tot zestig jaar oude patiënten met intermediair- en slecht-risico
AML. AutoHSCT kan worden overwogen in patiënten met intermediair risico.
1.Cornelissen JJ, Versluis J, Passweg JR et al.
Comparative therapeutic value of post remission approaches in patients with
acute myeloid leukemia aged 40-60 years. Leukemia 2014; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)