Dr.
Christoph Mamot (Kantonsziekenhuis Aarau) en collega’s hebben een studie uitgevoerd
van de prognostische waarde van [18F]-FDG PET/CT na twee cycli
rituximab, cyclofosfamide, doxorubicine, vincristine en prednison iedere
veertien dagen (R-CHOP-14) voor diffuus grootcellig B-cel lymfoom. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het Journal of Clinical Oncology.1 Deelnemers waren 138 patiënten,
mediaan 58,5 jaar oud, met een WHO-performance van 0 (56%), 1 (36%) of 2 (8%).
Ze kregen zes cycli R-CHOP-14, gevolgd door twee cycli rituximab. PET/CT werd
uitgevoerd bij aanvang van de behandeling, na twee cycli (en na vier cycli in
geval van positieve PET/CT na twee cycli), en aan het eind van de behandeling.
Na twee
cycli waren de PET/CT-scans van 83 patiënten (60%) positief, en die van 55 patiënten
(40%) negatief. PET-positiviteit was geassocieerd met significant slechtere
gebeurtenisvrije overleving: twee-jaars EFS 48% versus 74% (p=0,004). De overall survival was niet significant
verschillende tussen beide groepen (88% voor PET-positieve versus 91% voor PET-negatieve
patiënten; p=0,46). De twee-jaars EFS was 24% versus 72% (p<0,001) voor
patiënten met positieve versus negatieve PET/CT-scans aan het eind van de
behandeling.
De
onderzoekers concluderen dat een interim PET/CT-scan beperkte progrnosiche
waarde heeft in R-CHOP 14-behandeld DLBCL.
1.Mamot C, Klingbiel D, Hitz F et al. Final
results of a prospective evaluation of the predictive value of interim positron
emission tomography in patients with diffuse lager B-cell lymphoma treated with
R-CHOP-14 (SAKK 38/07). J Clin Oncol 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)