Een groot
probleem in AML is resistentie tegen behandeling. Het is van belang patiënten
met een verhoogd risico van resistentie te identificeren. De bekende factoren
die resistentie beïnvloeden bieden echter slechts een fair predictive ability. Dit concludeert een multinationale groep
experts uit een analyse die vandaag online wordt gepubliceerd in Leukemia.1 Nederlandse auteurs zijn prof. Bob Löwenberg
(Erasmus MC) en prof. Gert Ossenkoppele (VUmc).
De
onderzoekers hebben gegevens geanalyseerd van 4601 patiënten met
nieuw-gediagnostiseerde AML, die inductietherapie met 3+7 of intensievere
regimes hadden gekregen in studies van MRC/NCRI, HOVON, SWOG, en MD Anderson
Cancer Center. Uit de analyses bleek dat leeftijd, performance status,
leukocytengetal, secundaire ziekte, cytogenetisch risico en FLT3-ITD/NPM1-mutatiestatus onafhankelijk geassocieerd met niet bereiken van
complete remissie (‘primary
refractoriness’). De AUC van een bootstrap-corrected
multivariabel model dat deze uitkomst voorspelde bedroeg echter slechts 0,78 (AUC
1,0 betekent perfecte voorspelling; AUC 0,5 komt overeen met het voorspellen
welke kant van een munt boven komt te liggen). Verwijderen van FLT3-ITD- en NPM1-informatie uit het model resulteeert in een AUC 0,76. Voorspellen
van resistentie, gedefinieerd als primary refractoriness of korte recidiefvrije
overleving, was zelfs nog moeilijker.
De auteurs
concluderen dat deze gegevens een rationale vormen voor voortgaande
randomizering tussen standaard- en nieuwe behandelingen. Er is behoefte aan
nader onderzoek van genetische en post-treatment data om de voorspelling van
resistentie in AML de optimaliseren.
1.Walter RB, Othus M, Burnett AK et al. Resistance
prediction in AML: analysis of 4,601patients from MRC/NCRI, HOVON/SAKK, SWOG,
and MD Anderson Cancer Center. Leukemia 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)