
De studie had 746 deelneemsters met primair mammacarcincoom, die zes en vijftien maanden na de diagnose een vragenlijst beantwoordden (de gevalideerde Nederlandse vertaling van de Distress Thermometer). Er waren 164 deelneemsters (22%) die op beide tijdstippen klinische distress rapporteerden (een score van 5 of hoger op een schaal van 0 tot en met 10). Van deze patiënten wilde 10% verwezen worden voor behandeling. Op beide tijdstippen was vermoeidheid het meest gerapporteerde probleem, zowel in patiënten met als in patiënten zonder klinische distress. Tot de voorspellers van aanhoudende klinische distress behoorden weinig spierkracht (OR 1,82), meer frequente bezorgdheid over kanker (OR 1,40), en neuroticisme (OR 1,09).
De onderzoekers concluderen dat ruwweg een of de vijf Nederlandse vrouwen met mammacarcinoom aanhoudende klinische distress ontwikkelt.
1.Lo-Fo-Wong DNN, de Haes HCJM, Aaronson NK et al. Predictors of enduring clinical distress in women with breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2016; epub ahead of print