Patiënten
met niet-kleincellig longcarcinoom met ALK-genfusies
hebben goede respons op ALK-remmers maar ontwikkelen gewoonlijk on-target resistentiemutaties.
Een combinatie van een klinische studie en onderzoek van gepubliceerde gegevens
heeft de waarde van verdere behandeling met ALK-remmers geïnventariseerd. Dr.
Anthonie van der Wekken (UMCG) en collega’s publiceren de analyse in Clinical Lung Cancer.1
De analyse
includeerde veertien patiënten die in Groningen behandeld werden en 373
patiënten met gepubliceerde gegevens. De patiënten hadden ALK-fusiepositief NSCLC, en hadden na aanvankelijke respons op een
ALK-remmer één of meer on-target resistentiemutaties ontwikkeld. Onder de 387
patiënten waren er 239 (62%) die op basis van de waargenomen mutatie tenminste
één additionele lijn ALK-remming kregen. Klinisch profijt werd gezien in 177 van
239 patiënten (68%), met verschillen in profijt tussen de verschillende combinaties
van mutatie en remmer. De overeenkomst tussen in vitro op basis van zes modellen voorspelde sensitiviteit en waargenomen
klinisch profijt liep uiteen van 64% tot 87%.
De
onderzoekers concluderen dat moleculaire diagnostiek van tumoren met
resistentie tegen een ALK-remmer kan resulteren in het ontdekken van nieuwe
opties van gerichte therapie voor NSCLC.
1.Koopman
B, Groen HJM, Schuuring E et al. Actionability of on-target ALK resistance mutations in patients with
non-small cell lung cancer: local experience and review of the literature. Clin
Lung Cancer 2021.06.011
Summary: NSCLC
with ALK gene fusions responds well
to ALK inhibitors but commonly develops on-target resistance mutations. A clinical study combined with published data revealed that molecular diagnostics
can reveal new options for targeted therapy in this setting. Among 387 patients
239 (62%) received at least one additional line of ALK inhibition, with clinical
benefit in 177 (68% of 239).
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)