Dr. Hana
Hakim (St. Jude Children’s Research Hospital, Memphis TN) en collega’s hebben
een retrospectieve studie uitgevoerd van de incidentie, het klinisch beloop, en
de impact van acute respiratoire infecties in kinderen en adolescenten met ALL.
De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Cancer.1 Deelnemers aan de studie waren patiënten die
tussen 2007 en 2011 in Memphis met eerstelijns Total Therapy XVI werden behandeld.
Van de 223
patiënten ontwikkelden 95 (43%) tezamen133 episoden van virale acute respiratoire
ziekte (ARI). De incidentie van ARI bedroeg 1,1 per 1000 patiëntdagen. ARI
zonder virale etiologie werd gezien in 65 patiënten (29%), en in 63 patiënten
werd geen ARI waargenomen (28%). Er waren geen significante associaties tussen
ras, geslacht, leeftijd of ALL-risicogroep en de ontwikkeling van ARI. Kinderen
die inductiechemotherapie kregen hadden het hoogste ARI-risico (2,3 per 1000
patiëntdagen). Influenzavirus was met 38% van de ARI het meest-waargenomen virus, gevolgd
door RSV (33%). Virale ARI resulteerde in hospitalisatie in 61% van de
patiënten, in 80% werd de chemotherapie uitgesteld, en 0,7% overleed. In 24
patiënten (18%) werd virale infectie van de lagere luchtwegen (LRTI) gezien,
van wie vijf complicaties hadden. De patiënten met virale LRTI hadden
significant lagere nadir absolute lymfocytgetallen, waren zieker bij
presentatie, en hadden hogere risico’s van RSV-infectie, hospitalisatie, en
uitstel van chemotherapie vergeleken met patiënten met virale infecties in de
bovenste luchtwegen.
De
onderzoekers concluderen dat virale ARI in kinderen en adolescenten met ALL een
klinisch relevante uitdaging vormen.
1.Hakim H, Dallas R, Zhou Y et al. Acute
respiratoy infections in children and adolescents with acute lymphoblastic
leukemia. Cancer 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)