De
multinationale fase 3-studie OlympiA randomiseerde patiënten met kiemlijn BRCA1/2-mutatie en hoog-risico
HER2-negatief vroeg-stadium mammacarcinoom (EBC) na (neo)adjuvante
chemotherapie, chirurgie, en radiotherapie naar één jaar olaparib (OL) of
placebo (PL). In 2021 is gepubliceerd dat de ziektevrije overleving significant langer was in de
OL-groep dan in de PL-groep. Prof. Patricia Ganz (University of California Los
Angeles) en collega’s publiceren nu in het Journal of Clinical
Oncology patiënt-gerapporteerde uitkomsten (PROs) van de studie, met
vermoeidheid als primair eindpunt.1
Voorafgaand
aan randomisatie en na 6, 12, 18, en 24 maanden beantwoordden 1538
gerandomiseerde patiënten PRO-vragenlijsten. De score voor vermoeidheid
(FACT-Fatigue) was na 6 en 12 maanden statistisch significant maar niet
klinisch relevant hoger in de OL-groep dan in de PL-groep; na 18 en 24 maanden
waren de scores niet langer verschillend. De score voor misselijkheid en braken
(EORTC-C30) was na 6 en 12 maanden slechter in de OL-groep dan in de PL-groep.
Tijdens de behandeling waren er voor sommige andere symptomen verschillen tussen
de groep, maar niet voor functie –subschalen of algemene gezondheidsstatus.
De
onderzoekers concluderen dat treatment-emergent
symptomen van OL beperkt waren en over het algemeen resolveerden na het eind
van de behandeling.
1.Ganz PA, Bandos H, Spanic T et al.
Patient-reported outcomes in OlympiA: a phase III, randomized,
placebo-controlled trial of adjuvant olaparib in gBRCA1/2 mutations and
high-risk human epidermal growth factor receptor 2-negative early breast
cancer. J Clin Oncol 2024; epub ahead of print
Summary: Analysis of patient-reported
outcomes in the phase 3 OlympiA trial found that among patients with germline BRCA1/2 mutations and HER2-negative
early-stage breast cancer, treatment-emergent symptoms from olaparib were
limited and generally resolving after end of treatment.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)