Afhankelijkheid
van sondevoeding is een significante marker van toxiciteit van radiotherapie
voor hoofd-halscarcinoom. Dr. Beth Beadle (MD Anderson Cancer Center) en
collega’s hebben een analyse uitgevoerd van afhankelijkheid van sondevoeding na
intensiteits-gemoduleerde radiotherapie (IMRT) versus 3DRT voor HNC. De uitkomsten van de analyse zijn online gepubliceerd in Cancer.1
In de
SEER-Medicare database identificeerden de onderzoekers 2993 patiënten die
tussen 1999 en 2012 RT kregen voor HNC. Na mediane follow-up van 47 maanden was
ooit een voedingssonde ingebracht in 54,4% van de patiënten. De mediane duur
tussen inbrengen en verwijderen van de sonde was 277 dagen. Er was geen
significant verschil in het percentage patiënten met een sonde na IMRT versus
3DRT (OR 1,10; p=0,35). Er was wel een significant verschil in de duur van het
gebruik van sondevoeding: deze duur was voor de 3DRT-patiënten gemiddeld 18%
langer dan voor de IMRT-patiënten (p=0,03). Dit verschil werd alleen gezien onder
patiënten die definitieve RT kregen; er was geen significant verschil tussen
beide technieken in percentage met sonde of duur van sondevoeding onder
patiënten die chirurgie ondergingen en adjuvante RT kregen.
De
onderzoekers concluderen dat HNC-patiënten die definitieve IMRT kregen
significant korter afhankelijk waren van sondevoeding dan patiënten die 3DRT
kregen.
1.Beadle
BM, Liao K-P, Giordano SH et al. Reduced feeding tube duration with intensity-modulated radiation therapy
for head and neck cancer: A Surveillance, Epidemiology, and End
Results-Medicare analysis. Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)