
Het cohort bestond uit 8292 patiënten met een diagnose stadium I tot en met III mammacarcinoom tussen begin 1990 en eind 2011, met follow-up tot eind 2016. Tijdens de follow-up werd rMBC gezien in 964 patiënten (12%). Zowel vijf- als tien-jaars distant relapse namen af in de loop van de tijd. De vijf-jaars distant relapse was 11% onder patiënten met een diagnose van 1990-1998 en 5% onder patiënten met diagnose van 2005-2011; de tien jaars distant relapse was 16% onder patiënten met een diagnose van 1990-1998 en 8% onder patiënten met een diagnose van 2005-2011 (p<0,001). In vergelijking van beide perioden nam distant relapse van HER2-positieve ziekte af met 9% en nam distant relapse van triple-negatieve ziekte toe met 8%.
Factoren die in multivariate analyse geassocieerd waren met afname van het rMBC-risico waren lager stadium, meer-recente diagnose, HR-positiviteit, en leeftijd hoger dan veertig jaar. Vergeleken met HR-positieve HER2-negatieve ziekte was het rMBC-risico hoger voor triple-negatieve ziekte maar niet voor HER2-positieve ziekte. Ondanks de afname van de incidentie van rMBC was er geen verbetering van de post rMBC-diagnose distant disease-specific survival: de vijf-jaars DDSS was 23% voor de patiënten met een diagnose in 1990-1998 en 13% voor patienten met een diagnose in 2005-2011 (p=0,026).
De onderzoekers concluderen dat de incidentie van rMBC in de loop van de tijd afnam, met een afname van HER2-positieve distant recurrence, een verschuiving naar meer TNBC, en een consistent slechte DDSS.
1.Malmgren J, Hurlbert M, Atwood M, Kaplan HG. Examination of a paradox: recurrent metastatic breast cancer incidence decline without improved distant disease survival: 1990-2011. Breast Can cer Res Treat 2018; epub ahead of print
Summary: A retrospective analysis of a cohort of breast cancer patients in Seattle found that the incidence of distant relapse metastatic breast cancer declined over time (1990-1998 compared with 2005-2011) without improvement of the distant disease-specific survival.