
In de NCDB identificeerden de onderzoekers 5657 pediatrische patiënten (3004 meisjes en 2596 jongens plus 57 zonder informatie over geslacht; leeftijd 0,1 tot en met 21 jaar) die tussen begin 2004 en eind 2015 een diagnose stadium I of II HL kregen. Iets meer dan de helft van de patiënten (50,3%) kreeg CMT. Gebruik van CMT versus alleen chemotherapie was geassocieerd met jongere leeftijd (p<0,001), mannelijk geslacht (p<0,001), stadium II-ziekte (p=0,02), en particuliere verzekering (p=0,002). Gebruik van CMT nam af van 59,7% in 2004 tot 34,9% in 2015.
De vijf-jaars OS was 94,5% (95%-bti 93,8-95,8) in de groep die alleen chemotherapie kreeg versus 97,3% (95%-bti 96,4-97,9) in de groep die CMT kreeg. In multivariate analyse was CMT versus alleen chemotherapie significant geassocieerd met betere vijf-jaars OS (aHR 0,57; p<0,001).In sensitiviteitsanalyse hadden patiënten in het laag-risicocohort (stadium I-IIA) en adolescente en jong-volwassen patiënten het meeste baat bij CMT versus alleen chemotherapie.
De onderzoekers concluderen dat CMT vergeleken met alleen chemotherapie in deze analyse geassocieerd was met betere vijf-jaars OS onder patiënten met pediatrisch vroeg-stadium HL.
1.Jhawar SR, Rivera-Núñez Z, Drachtman R et al. Association of combined modality therapy vs chemotherapy alone with overall survival in early-stage pediatric Hodgkin lymphoma. JAMA Oncol 2018; epub ahead of print
Summary: An analysis of the National Cancer Database compared chemotherapy alone versus combined modality therapy (CMT; chemotherapy followed by radiotherapy) for pediatric early-stage Hodgkin lymphoma. The CMT group had better 5-year overall survival (97.3% versus 94.5%; aHR 0.57; p<0.001).