![Prof. Hervé Avet-Loiseau](https://storage.googleapis.com/platform-dev/uploads/avatars/avatar_5267_1536673207.jpeg)
MRD-negativiteit (niet meer dan één tumorcel per 105 leukocyten) werd bepaald op het moment van complete respons (CR) en drie en zes maanden later in POLLUX, en zes en twaalf maanden na de eerste dosering in CASTOR, en vervolgens in beide studies iedere twaalf maanden. De mediane follow-up was 54,8 maanden in POLLUX en 50,2 maanden in CASTOR. De figuur laat zien dat in beide studies MRD-negativiteit werd gezien in een significant hoger percentage van de patiënten in de daratumumab-groepen dan in de controlegroepen (32,5% versus 6,7% voor D-Rd versus Rd; en 15,1% versus 1,6% voor D-Vd versus Vd; beide p<0,001). Dit MRD-negativiteit versterkende effect van daratumumab werd ook gezien bij analyses na zes en twaalf maanden. MRD-negativiteit en aanhoudende MRD-negativiteit waren in beide studies geassocieerd met langere progressievrije overleving.
De onderzoekers concluderen dat toevoegen van daratumumab aan standaard-behandeling voor RRMM resulteerde in hogere percentages patiënten met MRD-negativiteit en aanhoudende MRD-negativiteit. MRD-negativiteit was geassocieerd met langere PFS.
1.Avet-Loiseau H, San-Miguel J, Casneuf T et al. Evaluation of sustained minimal residual disease negativity with daratumumab-combination regimens in relapsed and/or refractory multiple myeloma: analysis of POLLUX and CASTOR. J Clin Oncol 2021; epub ahead of print
Summary: Combined analysis of the POLLUX and CASTOR studies found that among patients with relapsed and/or refractory multiple myeloma addition of daratumumab to standard therapies induced higher rates of sustained MRD negativity, which were associated with durable remissions and improved clinical outcomes.