Vergeleken met patiënten niet-apocriene carcinomen waren patiënten met apocriene carcinomen jonger bij presentatie, met grotere hoger-gradige tumoren die meer frequent triple-negatief waren (11% versus 50%) of HER2-positief (15% versus 28%) en minder frequent luminaal (74% versus 22%). Het zeven-jaars mammacarcinoom-specifieke overlevingspercentage was echter gelijk voor beide groepen (85%). De kenmerken liepen sterk uiteen voor de verschillende moleculaire typen. Vergeleken met niet-apocriene triple-negatieve patiënten waren apocriene triple-negatieve patiënten minder frequent Afrikaans-Amerikaans, meer frequent ouder, met kleinere en lager-gradige tumoren en veel betere overleving (74% versus 86% na zeven jaar). Vergeleken met niet-apocriene luminale patiënten hadden apocriene luminale patiënten echter grotere en hoger-gradige tumoren en slechtere overleving (89% versus 79% na zeven jaar).
De onderzoekers concluderen dat invasieve apocriene carcinomen meer agressieve kenmerken hebben dan niet-apocriene carcinomen, hoewel de mammacarcinoom-specifieke overleving gelijk is. De helft van deze apocriene tumoren zijn triple-negatief, maar deze hebben meer gunstige kenmerken en beter overleving van niet-apocriene triple-negatieve carcinomen.
1.Saridakis A, Berger ER, Harigopal M et al. Apocrine breast cancer: unique features of a predominantly triple-negative breast cancer. Ann Surg Oncol 2021; epub ahead of print
Summary: Analysis of the SEER database revealed tht invasive apocrine carcinomas have more aggressive features than non-apocrine carcinomas but the breast cancer-specific survival is the same. Half of the apocrine tumors are triple-negative, but these have more favorable features and much better survival than non-apocrine triple-negative breast cancers.