Er is
behoefte aan informatie over de behandelpatronen en uitkomsten na resectie voor
vroeg-stadium niet-kleincellig longcarcinoom (NSCLC) in de klinische praktijk.
Een analyse van de SEER-Medicare database heeft deze behandelingen en
uitkomsten geïnventariseerd. Dr.
Howard West (City of Hope Comprehensive Cancer Center, Duarte CA) en collega’s
publiceren de analyse in Clinical Lung Cancer.1
In de
database over de periode begin 2007 tot eind 2019 identificeerden de
onderzoeker 1761 patiënten die chirurgie ondergingen voor
nieuw-gediagnostiseerd stadium IB tot en met IIIA NSCLC. De gemiddelde leeftijd
was 73,8 jaar; 47,9% waren mannen; en 83,9% waren blank. Ongeveer 41% van de
patiënten kreeg adjuvante chemotherapie; gestart mediaan 48 dagen na de
chirurgie. Het meest-frequent gebruikte adjuvante chemotherapieregime was
carboplatine plus paclitaxel (24,5% van de patiënten). De mediane ziektevrije
overleving was 24,8 maanden en de mediane overall
survival was 76,7 maanden, met vijf-jaars DFS-percentage 29,3% en
vijf-jaars OS-percentage 57,5%. Onder 392 patiënten met locoregionaal recidief
was de meest-frequente behandeling curatieve radiotherapie (28,2% van de
patiënten).
De
onderzoekers concluderen dat gelet op de aanbevelingen gebruik van adjuvante
chemotherapie in de klinische praktijk laag was, resulterend in slechte
overleving.
1.West
H, Hu X, Zhang S et al. Treatment
patterns and outcomes in resected early-stage non-small cell lung cancer: an
analysis of the SEER-Medicare data. Clin Lung Cancer 2022.12.005
Summary:
Analysis of the SEER-Medicare
database found that among patients with resected early-stage NSCLC, the rate of
adjuvant chemotherapy was low in clinical practice, resulting in poor survival
outcomes.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)