
In het klinisch laboratorium van de University of Washington werden methoden voor de detectie van het antilichaam geoptimaliseerd. De onderzoekers volgden prospectief een cohort van 219 patiënten met nieuw-gediagnostiseerd MCC. De mediane follow-up duurde 1,9 jaar. In 114 van 219 patiënten (52%) werd het antilichaam bij diagnose aangetroffen (versus 1% in gezonde controlepersonen; p<0,01). In multivariate analyses gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, stadium, en immuunsuppressie was seropositiviteit bij de diagnose onafhankelijk voorspellend voor verlaagd risico van recidief (HR 0,58; p=0,04). Deze figuur toont de associatie tussen serieel bepaalde antilichaamtiters en het optreden van recidief in seropositieve deelnemers. In seropositieve deelnemers die na de initiële behandeling geen recidief hadden namen de titers snel af, en waren de antilichamen na mediaan 8,4 maanden niet meer waarneembaar. Een toename van de titer had een positieve voorspellende waarde van 66% voor klinisch evident recidief; een afname van de titer had een negatieve voorspellende waarde van 97%.
De onderzoekers concluderen dat bepaling titers van antilichamen tegen MCPyV-oncoprotein in nieuw-gediagnostiseerde MCC-patiënten kan bijdragen aan risicostratificatie.
1.Paulson KG, Lewis CW, Redman MW et al. Viral oncoprotein antibodies as a marker for recurrernce of Merkel cell carcinoma: A prospective validation study. Cancer 2016; epub ahead of print