
De analyse wijst uit dat overall de overlevers vergeleken met personen in de algemene bevolking van Groot Brittannië minder frequent in het arbeidsproces betrokken waren (OR 0,89; 99%-bti 0,81-0,98); dit effect was het sterkst voor overlevers die radiotherapie hadden gekregen voor neoplasmen van het centraal zenuwstelsel (OR 0,34; 99%-bti 0,28-0,41). Vergeleken met de algemene bevolking hadden de overlevers een vijfmaal hogere waarschijnlijkheid van niet kunnen werken wegens ziekte of invaliditeit; voor overlevers van RT voor CNS-neoplasmen was deze waarschijnlijkheid verhoogd met een factor vijftien. De overlevers hadden een lagere waarschijnlijkheid dan de algemene bevolking een leidinggevende functie te vervullen (OR 0,85; 99%-bti 0,77-0,94). Een uitzondering werd gevormd door overlevers van sarcoom, die een verhoogde waarschijnlijkheid van leidinggevende (OR 1,37; 99%-bti 1,01-1,85) en witteboorden (OR 1,90; 99%-bti 1,37-2,62) functies hadden. Ook overlevers van retinoblastoom hadden een verhoogde waarschijnlijkheid van niet-manuele arbeid (OR 1,55; 99%-bti 1,20-2,01).
De onderzoekers concluderen dat de BCCSS gedetailleerd inzicht geeft in arbeidsstatus en arbeidsniveau van Britse volwassen overlevers van maligniteiten tijdens de jeugd.
1.Frobisher C, Lancashire ER, Jenkinson H et al. Employment status and occupational level of adult survivors of childhood cancer in Great Britain: the British Childhood Cancer Survivor Study. Int J Cancer 2017; epub ahead of print