Ongeveer 75%
van de patiënten met ovariumcarcinoom wordt gediagnostiseerd met
gevorderd-stadium ziekte bij presentatie. Behandeling met primaire
cytoreductieve chirurgie (PCS) gevolgd door chemotherapie is de
standaardbehandeling voor deze patiënten. In recente studies is echter gezien
dat neoadjuvante chemotherapie (NACT) niet-inferieur was aan PCS met betrekking
tot progressievrije overleving en overall survival, en geassocieerd was met een
lagere incidentie van behandelingsgerelateerde morbiditeit en mortaliteit. Dr.
Alexi Wright (Dana-Farber Cancer Institute, Boston) en collega’s publiceren
online in het Journal of Clinical
Oncology de nieuwe ASCO/SGO-richtlijn voor het gebruik van neoadjuvante chemotherapie voor
nieuw-gediagnostiseerd gevorderd ovariumcarcinoom.1
De richtlijn
beveelt aan dat alle vrouwen met verdenking van stadium IIIC of IV epitheliaal
ovariumcarcinoom worden onderzocht door een gynecologisch oncoloog voor aanvang
van de behandeling. Vrouwen met een hoog peri-operatief risicoprofiel of lage
waarschijnlijkheid van bereiken van cytoreductie tot minder dan 1 cm residuele
ziekte (idealiter niet-zichtbare ziekte) dienen NACT te krijgen. Vrouwen die
geschikt zijn voor PCS kunnen hetzij PCS hetzij NACT krijgen. PCS heeft de
voorkeur als er een hoge waarschijnlijkheid is van bereiken van cytoreductie
tot minder dan 1 cm residuele ziekte met
acceptabele morbiditeit.
1.Wright
AA, Bohlke K, Armstrong DK et al. Neoadjuvant chemotherapy for newly diagnosed, advanced ovarian cancer:
Society of Gynecologic Oncology and American Society of Clinical Oncology
clinical practice guideline. J Clin Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)