De analyse is uitgevoerd in de cohorten van de Nurses’ Health Study (86.206 vrouwen gevolgd tussen 1980 en 2013) en de Health Professionals Follow-up Study (43.977 mannen gevolgd tussen 1986 en 2013). Bij inclusie en vervolgens iedere twee jaar gaven de deelnemers informatie over hun aspirinegebruik. Deelnemers met geschiedenis van maligniteiten, hartziekte, en beroerte bij inclusie werden uit de analyse geëxcludeerd. Tijdens de follow-up overleden 22.904 van de vrouwen en 14.749 van de mannen, onder wie 8271 vrouwen en 4591 mannen aan een maligniteit.
Vergeleken met deelnemers die niet regelmatig aspirine gebruikten was in vrouwen respectievelijk mannen die wel regelmatig aspirine gebruikten het risico van overlijden aan any cause 7% respectievelijk 11% lager (vrouwen: RR 0,93; 95%-bti 0,90-0,95; mannen: RR 0,89; 95%-bti 0,86-0,93) en het risico van overlijden aan een maligniteit 7% respectievelijk 15% lager (vrouwen: RR 0,93; 95%-bti 0,89-0,97; mannen RR 0,85; 95%-bti 0,80-0,90). De associatie werd vooral gezien voor overlijden aan colorectaalcarcinoom (vrouwen RR 0,69; 95%-bti 0,59-0,81; mannen RR 0,70; 95%-bti 0,57-0,85), mammacarcinoom (vrouwen RR 0,89; 95%-bti 0,79-0,99), prostaatcarcinoom (RR 0,77; 95%-bti 0,65-0,90) en longcarcinoom in mannen (RR 0,86; 95%-bti 0,74-0,99). Het profijt van aspirine werd gezien bij gebruik van tenminste 0,5 tot 1,5 standaard aspirinetablet per week gedurende tenminste zes jaar.
De onderzoekers concluderen dat lange-termijn aspirinegebruik geassocieerd was met verlaagd risico van mortaliteit aan any cause en aan maligniteiten.
1.Cao Y et al. AACR Annual Meeting 2017; abstr. 3012