Hormoonreceptor-signalering
speelt een rol in de progressie van mammacarcinoom, hoewel de rol van de
androgeenreceptor (AR) niet geheel duidelijk is. Dr. Kevin Kensler (Harvard
School of Public Health, Boston MA) en collega’s hebben een analyse uitgevoerd van
de associatie tussen AR-eiwitexpressie en de mortaliteit van mammacarcinoom
(BCM). Ze publiceren de analyse online in het Journal of the
National Cancer Institute.1
De analyse
includeerde 4147 pre- en postmenopauzale vrouwen met invasief mammacarcinoom
uit de cohorten van de Nurses’ Health
Study en de Nurses’ Health Study II.
De AR-eiwitexpressie werd immuunhistochemisch bepaald. Gedurende mediaan 16,5
jaar follow-up overleden 806 van de geïncludeerde vrouwen aan mammacarcinoom.
In de periode van zeven jaar na de diagnose was AR-positiviteit overall
geassocieerd met 27% lagere BCM (HR 0,73; 95%-bti 0,58-0,91), met een 47%
lagere BCM voor ER-positieve ziekte (HR 0,53; 95%-bti 0,41-0,69) en een 62%
hogere BCM voor ER-negatieve ziekte (HR 1,62; 95%-bti 1,18-2,22). Onder
patiënten met ER-negatieve ziekte was er een log-lineaire associatie tussen
AR-expressie (als continue variabele) en BCM. Per 10% toename van AR-expressie
nam de BCM toe met 14% (HR 1,14; 95%-bti 1,02-1,26). Onder patiënten met
ER-positieve ziekte werd een dergelijke log-lineaire associatie niet gezien.
De onderzoekers
concluderen dat AR-expressie geassocieerd was met betere prognose in
ER-positieve tumoren en slechtere prognose in ER-negatieve tumoren, in de
periode van vijf tot tien jaar na de diagnose.
1.Kensler
KH, Poole EM, Heng YJ et al. Androgen
receptor expression and breast cancer survival: results from the Nurses’ Health
Studies. J Natl Cancer Inst 2018; epub ahead of print
Summary: An analysis from the Nurses’ Health Studies found that androgen receptor expression was associated with improved
prognosis in ER-positive tumors and worse prognosis in ER-negative tumors 5 to
10 years after the diagnosis.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)