
De studies in kwestie waren de neoadjuvante TECHNO-studie (118 patiënten met HER2-positieve ziekte) en de neoadjuvante PREPARE-studie (321 patiënten met HER2-positieve of HER2-negatieve ziekte). Voor de nu gepubliceerde analyse bepaalden de onderzoekers de expressie van AR-mRNA met RT-qPCR. De mRNA-niveaus waren hoog in de tumoren van 92 van 160 patiënten met HER2-positieve ziekte (61,3%) maar vrijwel niet-detecteerbaar in de tumoren van patiënten met HER2-negatieve ziekte (slechts detecteerbaar in 3 van 69 tumoren; 4,3%; p<0,0001). In alle patiënten tezamen waren hoge AR-mRNA niveaus geassocieerd met lagere percentages patiënten met pathologisch complete respons (per eenheid OR 0,77; p=0,0002) maar ook met betere prognose in termen van langere ziektevrije overleving (HR 0,57; p=0,0054) en overall survival (HR 0,43; p=0,0011). In de PREPARE-studie was verschil in OS tussen patiënten met hoge en patiënten met lage AR1-mRNA niveaus alleen te zien in de groep patiënten die standaard chemotherapie kregen (HR 0,41; 95%-bti 0,22-0,74) maar niet in de groep patiënten die dose-dense chemotherapie kregen (HR 1,05; 95%-bti 0,52-2,13).
De onderzoekers concluderen de AR-mRNA niveaus de respons van mammacarcinoom op chemotherapie kunnen voorspellen.
1.Witzel I, Loibl S, Wirtz R et al. Androgen receptor expression and response to chemotherapy in breast cancer patients treated in the neoadjuvant TECHNO and PREPARE trial. Br J Cancer 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis of the neaodjuvant studies TECHNO and PREPARE found that high AR mRNA levels was associated with lower pCR rates but longer disease-free and overall survival.