![Prof. Rainer Fietkau](https://www.strahlenklinik.uk-erlangen.de/fileadmin/_processed_/2/a/csm_2017_Fietkau_B_240_9a45e65d77.jpg)
De studie includeerde 63 volwassen patiënten met histologisch bevestigd hooggradig glioom en 55 volwassen patiënten met hersenmetastasen. Bloedmonsters voor de detectie van immuuncellen als marker voor HMCV-reactivering werden genomen op vooraf-bepaalde tijdstippen na start van de CRT en in geval van plotselinge neurologische achteruitgang. HMCV-viremie binnen vier weken na de start van CRT werd gezien in 24% van de patiënten (12 van 44 glioblastoom, 3 van 13 anaplastisch astrocytoom, 8 van 31 NSCLC-hersenmetastasen, 13 van 24 andere hersenmetastasen). In 21 van deze patiënten werd concurrent majeure neurologische achteruitgang gezien, die reversibel was met antivirale behandeling. De mediane overall survival was substantieel korter na HMCV-geassocieerde encefalopathie, zonder MRI-waarneembare tumorprogressie: glioblastoom 99 versus 570 dagen (berekende één-jaars OS 22% versus 69%; p=0,01), NSCLC 47 versus 219 dagen (berekende één-jaars OS 0% versus 32%; p=0,02).
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met hersenmaligniteiten HMCV-reactivering na de start van de CRT frequent voorkomt en een risicofactor is voor cognitieverstorende maar behandelbare encefalopathie en prematuur overlijden.
1.Goerig NL, Frey B, Korn K et al. Early mortality of brain cancer patients and its connection to cytomegalovirus reactivation during radiochemotherapy. Clin Cancer Res 2020; epub ahead of print
Summary: A study in Germany found that in brain cancer patients reactivation of human cytomegalovirus after the start of chemoradiotherapy is a frequent risk for cognitively detrimental but treatable encephalopathy and premature death.