Tumor-specifiek
RB1 circulerend tumor DNA (ctDNA)
wordt gewoonlijk gedetecteerd in het plasma van kinderen met
nieuw-gediagnostiseerd retinoblastoom. Het is denkbaar dat verdwijnen van
aanvankelijk detecteerbaar ctDNA na behandeling voor retinoblastoom
geassocieerd is met de metastasevrije overleving. Een cohortstudie van Memorial
Sloan Kettering Cancer Center (New York) heeft de associatie tussen ondetecteerbaar
worden van ctDNA en de ontwikkeling van metastasen geïnventariseerd. Dr. David
Abramson en collega’s publiceren de studie in JAMA
Ophthalmology.1
De studie
includeerde patiënten met detecteerbaar ctDNA bij diagnose tussen juni 2019 en
september 2023, die na behandeling (enucleatie of intra-arteriële
chemotherapie) gedurende tenmiste een jaar follow-up (gemiddeld 28,2 ± 10,3
maanden) regelmatig bloedmonsters afstonden voor ctDNA-detectie (alle exonen
van het RB1-gen en 128 andere genen).
De gemiddelde leeftijd van de 24 geïncludeerde patiënten (vijftien meisjes en
negen jongens) was 20,7 ± 17,1 maanden. In de monsters van 23 patiënten werd
tijdens de follow-up na de behandeling geen ctDNA gedetecteerd. Deze patiënten
ontwkkelden geen metastasen. In de monsters van de 24e patiënt werd
na de behandeling wel ctDNA gedetecteerd. Een jaar na de detectie had werd in
patiënt ontwikkeling van metastase gezien.
De
onderzoekers concluderen dat in deze cohortstudie retinoblastoom-patiënten met
detecteerbaar ctDNA voor de behandeling geen metastasen ontwikkelden als het
ctDNA-niveau na de behandeling ondetecteerbaar werd.
1.Abramson DH, Robbins MA, Gobin P et
al. Circulating tumor DNA posttreatment measurements and clinical correlates in
retinoblastoma. JAMA Ophthalmol 2024; 2023.6516
Summary: A cohort study at Memorial Sloan Kettering Cancer Center (New York, NY) found
that patients with retinoblastoma who had a measurable ctDNA level at diagnosis
did not develop metastases if the plasma ctDNA level became undetectable after
treatment.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)