Dr. Michelle
Holmes (Harvard School of Public Health, Boston) en collega’s hebben een analyse
uitgevoerd van de associatie tussen eiwitinname en het risico van recidief op
afstand in patiënten met mammacarcinoom. De analyse is online gepubliceerd in het Journal
of Clinical Oncology.1 In het cohort van de Nurses’ Health Study werd stadium I-III mammacarcinoom tussen 1976
en 2004 gediagnostiseerd in 6348 deelneemsters. Tijdens de follow-up tot 2010 werd
distant recidief gezien in 1046 van deze vrouwen.
De
onderzoekers zagen een inverse associatie tussen energie-gecorrigeerde
eiwitinname en het optreden van recidief. Vergeleken met het kwintiel met de
laagste energie-gecorrigeerde eiwitinname was het relatief risico van recidief
in het vierde kwintiel 0,95 (95%-bti 0,79-1,15), in het derde kwintiel 0,92 (95%-bti
0,76-1,11), in het tweede kwintiel 0,75 (95%-bti 0,61-0,91), en in het kwintiel
met de hoogste energie-gecorrigeerde eiwitinname 0,84 (95%-bti 0,89-1,03; p
voor trend 0,02). Een vergelijkbare associatie werd gezien voor eiwit van
dierlijke oorsprong (p=0,003). Er waren geen specifieke essentiële of
vertakte-keten aminozuren die de associatie verklaarden. Er was geen invloed
van de insulinereceptorstatus van de tumoren op de asssociatie.
De
onderzoekers concluderen dat de analyse een bescheiden overlevingsvoordeel bij
hogere eiwitinname heeft laten zien. Op basis van deze analyse is er geen reden
om vrouwen met een geschiedenis van mammacarcinoom beperking van de eiwitinname
aan te raden.
1.Holmes MD, Wang J, Hankinson SE et
al. Protein intake and breast cancer survival in the Nurses’ Health Study. J
Clin Oncol 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)