
In het PALOMA-3 cohort was tumorweefsel beschikbaar voor analyse van mRNA-expressie van 194 patiënten in de palbociclib-arm en 108 patiënten in de placebo-arm. Het profijt van toevoeging van palbociclib aan fulvestrant was minder in tumoren met hoge expressie van het gen voor cycline E1 (CCNE1) dan in tumoren met lage expressie van CCNE1 (mediane PFS in de palbociclib-arm 7,6 versus 14,1 maanden; mediane PFS in de placebo-arm 4,0 versus 4,8 maanden; p voor interactie 0,00238). Deze waarneming werd bevestigd in een analyse van de Preoperative Palbociclib Clinical Trial. Er was geen significante interactie tussen profijt van toevoeging van palbociclib aan fulvestrant en de expressieniveaus van andere genen.
De onderzoekers concluderen dat toevoeging van palbociclib aan fulvestrant resulteerde in werkzaamheid in alle biomarkergroepen, hoewel hoge expressie van CCNE1 geassocieerd was met relatieve resistentie tegen palbociclib.
1.Turner NC, Liu Y, Zhu Z et al. Cyclin E1 expression and palbociclib efficacy in previously treated hormone receptor-positive metastatic breast cancer. J Clin Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis within the PALOMA-3 cohort found that high mRNA expression of the cyclin E1 gene in previously treated HR-positive metastatic breast cancer was associated with relatively little benefit of addition of palbociclib to fulvestrant; there was no impact of expression of other studied biomarker genes on efficacy of addition of palbociclib to fulvestrant.