Het is niet
ondenkbaar dat fototherapie voor pasgeborenen geassocieerd is met een verhoogd
risico van maligniteiten later tijdens de jeugd. Een studie in Canada heeft
deze hypothese onderzocht. Dr. Nathalie Auger (Institut national de santé
publique de Québec, Montréal) en collega’s publiceren de studie online in het International
Journal of Cancer.1
De
retrospectieve studie includeerde 786.998 kinderen die tussen begin 2006 en
eind 2016 geboren waren in ziekenhuizen in Québec. De blootstellingen van
interesse waren neonatale fototherapie (4,1% van de kinderen) en
niet-behandelde icterus neonatorum (11,7%). De uitkomst was hospitalisatie voor
solide of hematologische maligniteiten op de leeftijd van twee maanden tot en
met elf jaar.
De
incidentie van childhood cancer was
hoger na neonatale fototherapie (25,1 per 100.000 persoonsjaren) of
niet-behandeld geel zien (23,0 per 100.000 persoonsjaren) dan onder
niet-blootgestelde kinderen (21,6 per 100.000 persoonsjaren). In de leeftijd
van vier tot en met elf jaar hadden kinderen die neonatale fototherapie hadden
ondergaan een meer dan verdubbeld risico van solide maligniteiten (HR 2,26;
95%-bti 1,34-3,81). Voor hematologische maligniteiten was er geen duidelijke
trend.
De
onderzoekers concluderen dat neonatale fototherapie geassocieerd kan zijn met
een verhoogd risico van solide maligniteiten tijdens de jeugd, hoewel het
verband ook terug te voeren zou kunnen zijn op een effect van bilirubine.
1.Auger N, Laverdière C, Ayoub A et al. Neonatal
phototherapy and future risk of childhood cancer. Int J Cancer 2019; epub ahead
of print
Summary: A retrospective cohort study in Canada found that the incidence of future
childhood cancer was higher for infants who underwent neonatal phototherapy (25.1
per 100,000 person-years) and untreated neonatal jaundice (23.0 per 100,000
person-years) compared with unexposed infants (21.6 per 100,000 person-years).
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)