
LATITUDE, uitgevoerd in 235 centra in 34 landen, randomiseerde hoog-risico mCSPC-patiënten naar AAP plus androgeendeprivatietherapie (ADT) versus placebo plus ADT. Onder de patiënten in de AAP+ADT groep kregen 22,1% BMAs, en onder de patiënten in de placebo+ADT groep kregen 21,8% BMAs. Deze figuur laat zien dat in de AAP+ADT groep gebruik van BMAs geassocieerd was met langere tijd tot het optreden van een eerste skelet-gerelateerde gebeurtenis maar niet met overall survival. Deze figuur laat zien dat in de placebo+ADT groep gebruik van BMA geassocieerd was met zowel langere tijd tot het optreden van skelet-gerelateerde gebeurtenis als met langere overall survival.
De onderzoekers concluderen dat onder patiënten met hoog-risico mCSPC die ADT krijgen, gebruik van BMAs geassocieerd was met langere tijd tot skelet-gerelateerde gebeurtenissen, ongeacht gebruik van AAP.
1.Fukuokaya W, Mori K, Urabe F et al. Bone-modifying agents in patients with high-risk metastatic castration-sensitive prostate cancer treated with abiraterone acetate. JAMA Network Open 2024;7:e242467
Summary: Post-hoc analysis of data from the LATITUDE trial found that among patients receiving androgen deprivation therapy (ADT) plus abiraterone acetate plus prednisone for metastatic castration-sensitive prostate cancer, use of bone-modifying agents (BMAs) such as bisphosphonates and denosumab was associated with a longer time to skeletal-related events but not with overall survival. Among patients receiving ADT plus placebo, use of BMAs was associated with longer time to SREs and with longer OS.