
Tussen begin 2003 en eind 2016 includeerde de studie 17.622 hypertensiepatiënten in de leeftijd van vijftig jaar of ouder, die clarithromycine-gebaseerde triple therapy hadden gekregen voor eradicatie van H. pylori. Patiënten met eradicatiefalen, GC-diagnose binnen zes maanden, of maagzweer waren geëxcludeerd. Tijdens mediaan 8,6 jaar follow-up werd GC gediagnostiseerd in 105 patiënten (0,6%). In propensity score matching analyse was gebruik van CCBs geassocieerd met verlaagd risico van GC (HR 0,56; 95%-bti 0,32-0,97). Langdurig CCB-gebruik was geassocieerd met verdere afname van het GC-risico (per extra jaar aHR 0,69; 95%-bti 0,61-0,79). Lang-werkende CCBs (aHR 0,47; 95%-bti 0,29-0,76) waren geassocieerd met lager GC-risico dan kort-werkende CCBs (aHR 0,60; 95%-bti 0,36-1,03), en dihydropyridines (aHR 0,49; 95%-bti 0,32-0,75) waren geassocieerd met lager GC-risico dan non-dihydropyridines (aHR 0,76; 95%-bti 0,24-2,48).
De onderzoekers concluderen dat gebruik van CCBs duurafhankelijk geassocieerd was met verlaging van het GC-risico onder hypertensiepatiënten die H.pylori eradicatie hadden ondergaan.
1.Li B, Cheung KS, Wong IY-H et al. Calcium channel blockers are associated with lower gastric cancer risk: a territory-wide study with propensity score analysis. Int J Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: A study in Hong Kong found that use of calcium channel blockers was associated in a duration-response manner with lower risk of development of gastric cancer among Helicobacter pylori-eradicated patients with hypertension.