
De onderzoekers evalueerden de associatie van gebruik van PPIs met CRC-risico onder 175.871 deelnemers aan de drie studies en de associatie tussen gebruik van H2RAs met CRC-risico onder 208.831 deelnemers. Het gebruik van de medicaties werd bij inclusie van de deelnemers in de studies en vervolgens iedere twee jaar geïnventariseerd. Gebruik van baseline PPIs was niet geassocieerd met het CRC-risico (HR 0,89; 95%-bti 0,71-1,12) en ook niet met PPI-gebruik na een lag van acht tot tien jaar (1,12; 0,78-1,59). Er was evenmin een significante associatie tussen H2RA-gebruik en het CRC-risico na een lag van acht tot tien jaar (HR 1,02; 95%-bti 0,81-1,28), terwijl het risico lager was voor deelnemers met baseline H2RA-gebruik (0,76; 0,60-0,95). De duur van PPI-gebruik (p-trend 0,21) en H2RA-gebruik (0,95) was niet geassocieerd met het CRC-risico.
De onderzoekers concluderen dat ze in drie grote prospectieve cohorten met lange follow-up geen aanwijzingen hebben gezien voor een associatie tussen gebruik van zuur-onderdrukkende medicatie en het risico van CRC.
1.Babic A, Zhang X, Morales-Oyarvide V et al. Acid-suppressive medications and risk of colorectal cancer: results from three large prospective cohort studies. Br J Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: Analysis in three large prospective cohorts found no evidence for elevated risk of colorectal cancer with use of proton pump inhibitors or H2 receptor antagonists.