In eerdere
studies is gezien dat gebruik van menopauzale hormoontherapie (MHT)
geassocieerd was met verlaagde mortaliteit onder overlevers van mammacarcinoom.
Het Long Island Breast Cancer Study Project
heeft deze associaties nader onderzocht. Prof. Marilie Gammon (University of North Carolina, Chapel Hill) en
collega’s publiceren de studie in het International Journal of Cancer.1
De studie
includeerde 1508 vrouwen met een nieuwe diagnose mammacarcinoom in 1996 en
1997, en 1556 voor leeftijd gematchte vrouwen zonder mammacarcinoom, die ongeveer
drie maanden na de diagnose (de controlegroep bij inclusie) informatie gaven
over MHT-gebruik. Na mediaan 17,6 jaar follow-up werd de vitale status van de
deelneemsters geïnventariseerd in de National
Death Index. Onder de patiënten met mammacarcinoom waren 597 deelneemsters
overleden.
Ooit versus
nooit gebruik van MHT was onder de patiënten invers geassocieerd met all-cause mortaliteit (HR 0,77; 95%-bti
0,62-0,95), mammacarcinoom-specifieke mortaliteit (0,69; 0,48-0,98), en
cardiovasculaire ziekte-specifieke mortaliteit (0,57; 0,38-0,85). Er was voor
de mammacarcinoom-specifieke mortaliteit heterogeniteit in de associatie met
MHT-gebruik tussen hormoonreceptor-negatieve tumoren (0,44; 1,19-1,01) en hormoonreceptor-positieve
tumoren (0,96; 0,60-1,53). In de controlegroep waren er vergelijkbare, zij het
minder grote, inverse associaties tussen MHT-gebruik en all-cause en CVD-specifieke mortaliteit.
De
onderzoekers concluderen dat MHT-gebruik invers geassocieerd was met
mortaliteit na een diagnose mammacarcinoom, en eveneens in vrouwen zonder
mammacarcinoom. De potentiële hormoonreceptorstatus-afhankelijke heterogeniteit
dient nader onderzocht te worden.
1.Wang
T, Bradshaw PT, Moorman PG et al. Menopausal hormone therapy use and long-term all-cause and
cause-specific mortality in the Long Island Breast Cancer Study Project. Int J
Cancer 2020; epub ahead of print
Summary: The
Long Island Breast Cancer Study Project found that use of menopausal hormone therapy was inversely
associated with mortality after breast cancer, even after accounting for competing
causes of death and multiple confounders, and was also evident among women
without breast cancer. There was potential heterogeneity by HR status.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)