
De retrospectieve cohortstudie includeerde 149 patiënten die tussen begin 2000 en eind 2015 werden behandeld in het ziekenhuis van de universiteit in Denver. Het cohort omvatte 105 mannen (70,5%) en 44 vrouwen, de mediane leeftijd bij diagnose was 59 jaar (range 28 tot 88 jaar). De mediane follow-up was 20 maanden voor alle patiënten en 34,5 maanden voor overlevende patiënten. Het primaire eindpunt van de studie was overall survival. De vijf-jaars OS was 40,4 %. De vijf-jaars ziektevrije overleving was 48,6%; de vijf-jaars locoregionale-ziektevrije overleving was 57,7%; en de vijf-jaars afstandsmetastasevrije overleving was 74,7%. Factoren die geassocieerd waren met slechtere OS waren niet-blank ras (HR 2,15; 95%-bti 1,22-3,81), T3-T4 ziekte (HR 1,99; 95%-bti 1,18-3,35), en LNR groter dan 10% (HR 2,71; 95%-bti 1,39-5,27). LNR groter dan 10% was ook geassocieerd met slechtere DFS (HR 2,48; 95%-bti 1,18-5,22) en DMDFS (HR 6,05; 95%-bti 1,54-23,71).
De onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat LNR de meest robuuste prognostische factor was in OCSCC. Locoregionaal falen was het predominante patroon van behandelfalen.
1.Ding D, Stokes W, Eguchi M et al. Association between lymph node ratio and recurrence and survival outcomes in patients with oral cavity cancer. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg 2018; epub ahead of print
Summary: A study at the University of Colorado found that in patients with OCSCC lymph node ratio is the most robust prognostic factor after curative-intent surgery with or without postoperative adjuvant therapies. Locoregional treatment failure was the predominant pattern of failure. Advanced pathologic stage and nonwhite race were associated with worse outcomes.