Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Associatie tussen neoadjuvante chemoradiotherapie en refractaire sereuze ascites na pancreaticoduodenectomie


Prof. Kazuhisa UchiyamaRefractaire sereuze ascites (IA), die soms vroeg na pancreatoduodenectomie (PD) voor pancreascarcinoom tot ontwikkeling komt, is een levensbedreigend probleem. Een studie in het ziekenhuis van Osaka Medical College (Japan) heeft de assocatie tussen neoadjuvante chemoradiotherapie (NACRT) en de incidentie van vroege IA na PD onderzocht. Prof. Kazuhisa Uchiyama en collega’s publiceren de studie in Annals of Surgical Oncology.1



De retrospectieve studie includeerde 92 patiënten die tussen april 2012 en april 2020 PD voor pancreascarcinoom ondergingen. Uit de patiëntendossiers werden gegevens over 29 parameters verkregen. IA werd gezien in acht patiënten (8,7%). In multivariate analyse was NACRT geassocieerd met sterk verhoogd risico van IA (OR 27; p=0,016). Ook hypoalbuminemie (1,6 g/dl of lager) direct na de chirurgie was geassocieerd met verhoogd IA-risico (OR 50; p=0,024); het serumniveau van albumine was significant lager na NACRT dan voor NACRT. De IA-groep had slechtere prognose dan de niet-IA groep.

De onderzoekers concluderen dat NACRT een belangrijke risicofactor was voor IA na PD.

1.Tomioka A, Shimizu T, Kagota S et al. Association between neoadjuvant chemoradiotherapy and intractable serous ascites after pancreaticoduodenectomy for pancreatic cancer. Ann Surg Oncol 2020; epub ahead of print

Summary: A retrospective study at Osaka Medical College (Japan) found that neoadjuvant chemoradiotherapy was a major risk factor for developing intractable serous ascites after pancreaticoduodenectomy for pancreatic cancer

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren