Dr. Candyce
Kroenke (Kaiser Permanente Northern California, Oakland) en collega’s hebben een
studie uitgevoerd van de associatie van de omvang van sociale netwerken van
mammacarcinoom (BC)-patiënten met hun uitkomsten. De studie wordt vandaag online gepubliceerd in Cancer.1 De studie is
uitgevoerd in vier cohorten van het After
Breast Cancer Pooling Project.
Ongeveer
twee jaar na de diagnose gaven 9267 BC-patiënten informatie over hun sociale netwerken, op
basis van aanwezigheid van een partner, religieuze bindingen, maatschappelijke
bindingen, vrienden, en aantal eerstgraads verwanten. Tijdens de follow-up werd
in 1448 deelneemsters recidief vastgesteld, en overleden 1521 deelneemsters,
van wie 990 aan mammacarcinoom. Na correctie voor demografische, tumor- en
behandelingsfactoren hadden in drie van de vier cohorten vrouwen met kleine
sociale netwerken een verhoogd risico van recidief (HR 1,43; 95%-bti
1,15-1,77), BC-specifieke mortaliteit (HR 1,64; 95%-bti 1,33-2,03), en algemene
mortaliteit (HR 1,69; 95%-bti 1,43-1,99), vergeleken met sociaal-geïntegreerde vrouwen.
De associaties waren sterker voor vrouwen met stadium I/II-ziekte. In het
vierde cohort waren er geen significante associaties tussen omvang van de
netwerken en BC-specifieke uitkomsten. Afwezigheid van een partner (p=0,02) en gering
aantal maatschappelijke bindingen (p=0,04) voorspelden hogere BC-specifieke
mortaliteit in oudere blanke vrouwen maar niet in andere vrouwen. Gebrek aan
verwanten (p=0,02) en vrienden (p=0,01) voorspelden hogere BC-specifieke
mortaliteit in alleen niet-blanke vrouwen.
De
onderzoekers concluderen dat grote sociale netwerken geassocieerd waren met
betere BC-specifieke en algemene overleving.
1.Kroenke
CH, Michael YL, Poole EM et al. Postdiagnosis
social networks and breast cancer mortality in the After Breast Cancer Pooling
Project. Cancer 2016; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)