
De CPRD bevatte gegevens van 2934 patiënten met een diagnose BTC tussen begin 1990 en eind 2017 zonder eerdere diagnose van een maligniteit (met uitzondering van niet-melanoom huidkanker): 23% van deze patiënten had galblaascarcinoom (GBC), 53% cholangiocarcinoom, 8% ampulla van Vatercarcinoom (AVC), en 16% overlappende lesies van de galweg. Tweeëntachtig procent van de patiënten overleed, median 5,8 maanden (IQR 2-15) na de diagnose. Op het moment van diagnose waren 256 patiënten aspirinegebruikers (9%) en na de diagnose begonnen nog 349 patiënten met gebruik van aspirine (12%). De meerderheid van de aspirinegebruikers (69%) kreeg een 75 mg-dosering voorgeschreven. Vergeleken met niet-gebruikers waren gebruikers van aspirine vaker ouder, vaker gebruikers van statines, en vaker prediagnose-aspirinegebruikers, en hadden ze meer frequent hartziekten en comorbiditeiten.
Gebruik van aspirine was geassocieerd met verlaagd risico van overlijden onder patiënten met GBC (HR 0,63; 95%-bti 0,48-0,83), cholangiocarcinoom (HR 0,71; 95%-bti 0,60-0,85), AVC (HR 0,44; 95%-bti 0,26-0,76) en overlappend BTC (HR 0,68; 95%-bti 0,50-0,92). Gebruikers zonder geschiedenis van prediagnose aspirinegebruik hadden het grootste profijt van postdiagnostisch gebruik, hoewel significant profijt werd gezien in alle gebruikers.
De onderzoekers concluderen dat postdiagnostisch gebruik van aspirine geassocieerd was met langere overleving in patiënten met alle typen BTC.
1.Jackson SS, Pfeiffer RM, Liu Z et al. Association between aspirin use and biliary tract cancer survival. JAMA Oncol 2019; epub ahead of print
Summary: An analysis analysis of the United Kingdom’s Clinical Practice Research Datalink found that among patients with all types of biliary tract cancer postdiagnostic aspirin use was associated with reduced risk of death.